Hoe het scanner luisteren begon…
Voorjaar 1985. Thuis gekomen met een kristal scanner, een basisantenne en een zakje vol kristallen. Met H31, H61 en H44 is het eerste blokje (VHF LO) snel gevuld. De VG2, MDB1 en 11.38 komen prima binnen op de nieuwe Scooper Mini Skycross.
De gemeente- en rijkspolitie gebruikt ook UHF kanalen zodat ook op het UHF blokje drie kristallen een plekje vinden. Het VHF HI blokje krijgt 10 kristallen waaronder enkele marifoonkanalen evenals enkele ambulance- en brandweerkanalen.
De rode rij lampjes van de kristalscanner lopen van links naar rechts. Om beurten worden de UHF, de VHF High en VHF Low kristallen uitgeluisterd. Steeds maar weer totdat een geluidssignaal wordt ontvangen. De CPA stuurt vanuit Vlissingen enkele ambulances aan, Vlissingen Radio regelt het scheepvaartverkeer op de Westerschelde en de Meldkamer Middelburg (Rijkspolitie) bediend de agenten op straat. De scanner-hobby is ontstaan!
Natuurlijk blijft het niet bij deze ene scanner. Een ’10 Channel Direct Entry Programmable Scanner’ maakt het mogelijk om zelf een keuze te maken voor het uitluisteren van frequenties. Daarmee is het hek van de dam…. meerdere scanners zouden nog volgen om verspreid over enkele ontvangers apart (selectief) te luisteren naar de scheepvaart, de politie, de ambulancedienst en de brandweer. Denk hierbij aan de lokale verkeerscentrale van Rijkswaterstaat, de noodkanalen van de Kustwacht, de regionale loodsdiensten, de water- en verkeerspolitie van het KLPD, de Marechaussee, de Douane en heel veel meer.
Een harde lange piep: ,, Honderd-vier-twaalf over”
Met de introductie van de programmeerbare scanners konden ook heel veel andere gebruikers worden meegeluisterd. Zo was er het landelijk Esofoon netwerk van het openbaar vervoer. Vanuit de Centrale Verkeersleiding in Zierikzee werden de chauffeurs van de bussen van Zuid West Nederland (ZWN) bediend. Met name overstappende passagiers of optredende vertraging waren aanleiding voor communicatie tussen de bussen en de CVL.
Paspoortcontrole en grensbewaking
Vanuit Terneuzen en Vlissingen reden de eenheden van de Marechaussee (KMAR) naar de havens en doorlaatposten om de dagelijkse werkzaamheden uit te voeren. Paspoortcontrole was met name aan de grens en op schepen in havens. Natuurlijk ontbraken ze niet bij de veerdienst naar Engeland (Sheerness), tijdens de aankomst en het vertrek van de Olau Kent en Olau Finn, later vervangen voor de Olau Hollandia en Olau Brittania.
Aan de buitenhaven in Vlissingen, later de Engelandweg in Vlissingen-Oost, bevond zich de vestiging van de Douane. Deze organisatie had indertijd enkele duplex kanalen in gebruik om Zeeland-breed met elkaar te kunnen communiceren. Wie kent de grensovergangen nog van Sluis, Aardenburg, Sas van Gent en Kapellebrug ?
Spoorwegen
Begin jaren tachtig staat er bij ieder groot emplacement een seinhuis (Post T) voor de lokale treindienstleiding. Ze stonden in Bergen op Zoom, Goes, Middelburg en Vlissingen. Het eindstation Vlissingen had toen al een wasstraat (spoor 14) en enkele opstelsporen voor treinstellen en getrokken materieel. De storingsmonteur had er z’n eigen werkplek om een schuitje te kunnen wisselen. Zo reden er de bekende Hondekoppen (Mat’54) tussen Amsterdam en Vlissingen. Elektrische locomotieven en blauwe rijtuigen (Plan E) reden via de IJssellijn heen- en weer tussen Zwolle en Vlissingen. Later kwamen tussen de Randstad en Zeeland nieuwe locomotieven (16 serie) en ICR rijtuigen. Daardoor waren veel rangeerbewegingen in Vlissingen, dus ook veel communicatie.
Ging voorheen de communicatie via de intercomtoestellen, later was er lokaal portofoon verkeer met Post T. Toen alle seinhuizen waren verdwenen was er via een lokaal telefoon-portofoon netwerk communicatie mogelijk tussen de verkeersleiding in Roosendaal en de rangeerders in Vlissingen.
Op enig moment kwam het landelijke Telerail t.b.v. het contact tussen de treinen en de verkeersleiding. Er werden langs de Zeeuwse lijn diverse steunzenders geplaatst zodat iedere machinist kon communiceren met de verkeersleiding. Handig bij uitval en vertragingen. Voor onderlinge communicatie tussen de machinist en de conducteurs evenals communicatie t.b.v. de mobiele serviceploegen kwamen twee landelijke kanalen.
Pech onderweg…..
Nabij Kapelle (steunpunt Vierwegen) is nog steeds de uitvalbasis van de ANWB Wegenwacht in Zeeland. Hier vanuit had men voorheen contact met alle voertuigen en motoren die mensen langs de weg te hulp schoten. Een dekkend netwerk, verspreid over Zeeland, maakte het ook hier mogelijk om mee te kunnen luisteren. Later is de aansturing verhuist naar het landelijke coördinatiecentrum bij Planken Wambuis (Wolfheze).
Bergingsbedrijven van Mourik (Bevelanden) en Kuzee (Walcheren) hadden voor de introductie van de mobiele telefonie een eigen netwerk tussen hun eigen garagevestiging en de bergingsvoertuigen. Met name bij verkeersongevallen en pechmeldingen was hierop communicatie te horen.
Kortom, er was vroeger voldoende te beluisteren op de analoge kanalen….
Meer geschiedenis in de rubriek Trugkieke op de pagina Hulpverlening of klik meteen door naar een van de onderstaande links.